M
Mantelzone: Een vanaf de bodem oplopende rand
rondom de ‘kern’ van een bos, die grotendeels of geheel uit struiken bestaat en
die vele meters hoog kan zijn.
Massatabel: Tabellarisch overzicht van volumes
van individuele bomen op diameter (borsthoogte) en hoogte. Aantekening: er zijn
ook massatabellen voor boomvolume, spilvolume met en zonder bast en voor het werkhoutvolume.
Mastjaar: Een jaar (groeiseizoen) waarin een
boom vruchten (zaden) draagt. Een jaar waarin extra veel vruchten worden gedragen noemt men wel een volmastjaar.
Menging: Bos waarin minstens 20% van de
kroonprojectie van de bomen van een andere soort is dan de hoofdboomsoort. De
verschillende soorten kunnen groepsgewijs of individueel gemengd zijn.
Middenboom: Theoretische (rekenkundige) boom
met een gemiddeld boomgrondvlak en een gemiddeld boomvolume, ook wel opstandsmiddenboom genoemd.
Middendiameter: Diameter op het midden van de werkhoutlengte (in cm)
Minimumstructuurareaal (MSA): oppervlakte bos die minimaal nodig
is om de verschillende ontwikkelingsfasen van het bos zonder menselijk
ingrijpen duurzaam naast elkaar te laten voortbestaan.
Modelboom: Boom met representatieve vorm en
afmeting, met een diameter die maximaal 1 cm afwijkt van de Dg.